Visio maakt gebruik van cookies!

Deze website maakt gebruik van cookies om de inhoud af te stemmen op uw wensen, verbeteringen aan te brengen, maar ook om d.m.v. online trackers, die pas actief zijn an uw expliciete toestemming, om de koppeling met social media eenvoudiger te maken. Lees meer over ons cookiebeleid

Leren leren

Visio Onderwijs werkt aan onderwijsvernieuwing. Enkele jaren geleden is gestart met het concept "Leren leren". Er is gekozen voor het BAS-model. BAS betekent: bouwen aan een adaptieve school. Adaptief onderwijs is onderwijs aangepast aan het niveau van de kinderen. Een direct gevolg van het op deze manier onderwijs geven is dat niet het onderwijs centraal staat maar de leerling staat centraal . Deze vorm heet ook weleens ‘Kindvolgend onderwijs', of “Onderwijs op maat”.

In het adaptief onderwijs staan drie kernwoorden centraal:


Relatie

De kinderen kunnen samen werken en omgaan met anderen. Ze voelen zich hierbij veilig.

Competentie

De kinderen weten dat ze vertrouwen mogen hebben in hun eigen capaciteiten. Dit vertrouwen hebben in eigen kunnen is zichtbaar in hun  gedrag.

Autonomie

De kinderen kunnen zelfstandig activiteiten uitvoeren en hebben daar keuze mogelijkheden in.

Braille

Blinde leerlingen zijn vaak aangewezen op braille. In de kleuterklas van Visio is de aandacht voor deze leerlingen vooral gericht op het voorbereidende braille, waarbij de tactiele vaardigheden op speelse wijze worden ontwikkeld. In de aanvangsgroep krijgt de leerling individueel het braille aangeleerd. In het begin leren de kinderen brailleren op een "Perkins"-braillemachine. Als de braillevaardigheden voldoende ontwikkeld zijn, leert de leerling omgaan met een computer waaraan een braille-leesregel en gesproken software gekoppeld zijn.
 

Visuele stimulatie

Naast het leren omgaan met de visuele beperking hebben veel leerlingen moeite om hun restvisus zo goed mogelijk te benutten. Hiervoor krijgen enkele leerlingen extra training. Soms wordt de visuele training individueel gegeven, maar de training kan ook ingebouwd worden in het dagelijkse programma. Hiervoor wordt veel gebruik gemaakt van het computerprogramma "Kijkdoos".
 

Oriëntatie en mobiliteit

Leerlingen met een visuele beperking hebben soms problemen met het vinden van hun weg in en rond de school. Voor deze leerlingen is het mogelijk om training te krijgen van een gespecialiseerde docent.
 

Bewegingsonderwijs

Bewegingsonderwijs wordt apart gegeven aan slechtziende en blinde leerlingen. De groepen zijn samengesteld op niveau. Het onderwijs bestaat uit allerlei vormen van bewegen, sport en spel, en buitenschoolse activiteiten zoals Judo, Showdown, Goalball en Five-a-side. Deze laatste drie sporten zijn speciaal ontwikkeld voor blinde kinderen. Er wordt tijdens de les veel gebruik gemaakt van aangepaste materialen, zoals de fluorescerende voetbal of rinkelbal. De gymzaal heeft minder belijning op de vloer en er zijn reliëf-vlakken aangebracht. De muren zijn bekleed met zacht materiaal om blessures te voorkomen. Bewegingsonderwijs wordt gegeven door een gespecialiseerde vakdocent. Het doel is om aansluiting te bewerkstelligen op sportclubjes dicht bij de thuissituatie.
 

Koe in de klas

Om de wereld om hen heen beter te kunnen begrijpen is het belangrijk voor slechtziende en blinde kinderen en jongeren dat er niet alleen over die wereld gesproken wordt. Alles moet ervaren, ondervonden en doorleefd kunnen worden. Als je het over een koe hebt, nemen we daarom als het ware de koe mee naar de klas. Onze leerlingen gaan dan ook vaak op excursie, sommigen volgen kooklessen, gaan boodschappen doen in de supermarkt en op de markt en/of werken ze in de tuin.