Visio maakt gebruik van cookies!

Deze website maakt gebruik van cookies om de inhoud af te stemmen op uw wensen, verbeteringen aan te brengen, maar ook om d.m.v. online trackers, die pas actief zijn an uw expliciete toestemming, om de koppeling met social media eenvoudiger te maken. Lees meer over ons cookiebeleid

Programmalijnen sectorbreed

1. Ik zit goed in mijn vel

In deze programmalijn staat het persoonlijk leven van mensen met een visuele beperking centraal. Evenals de factoren die van invloed zijn op dat persoonlijk leven zodat zij zelf keuzes kunnen maken in wat zij belangrijk vinden. De projecten en activiteiten binnen deze programmalijn hebben betrekking op thema’s (ICF) als eigen kracht, psychisch welbevinden, zelfvertrouwen en zelfredzaamheid, positieve gezondheid en fysiek welbevinden, energiemanagement, zingeving, sociale vaardigheden en relaties. Het programma heeft betrekking op alle doelgroepen, maar er zal in het bijzonder aandacht zijn voor de groeiende groep ouderen met een visuele beperking.
 

2. De wereld is (voor mij) toegankelijk

De ambities van deze programmalijn hebben betrekking op het wegnemen van barrières. Opstakels die mensen met een visuele beperking verhinderen om vol- en gelijkwaardig te participeren in de samenleving. En daarnaast die zaken te versterken die inclusie bevorderen. De wereld is daarin een breed begrip, variërend van onderwijs, studie en arbeid, deelname aan verkeer en openbaar vervoer en toegankelijkheid van de fysieke en digitale (technologische) omgeving. Een belangrijk principe is dat bij nieuwe ontwikkelingen geen aanpassingen voor de doelgroepen worden gemaakt of zaken speciaal voor hen ontwikkeld worden. Er wordt juist gewerkt vanuit design for all, door de doelgroep vooraan in het ontwerpproces te plaatsen (inclusief ontwerpen). Stakeholders buiten de branche (denk aan gemeenten, bedrijfsleven) zijn belangrijke samenwerkingspartners hierin.
 

3. Mijn mogelijkheden en beperkingen zijn goed in beeld

Mensen met een visuele beperking hebben recht op onderwijs, advies, ondersteuning en zorg die past bij hun individuele mogelijkheden en beperkingen. Het goed in kaart brengen van de mogelijkheden en beperkingen noemen we diagnostiek. Goede diagnostiek betekent specialistische en meestal interdisciplinaire diagnostiek. Daarbij gaat het zowel om het in kaart brengen van de oogheelkundige aandoening en visuele functies als om de psychische en cognitieve functies. Het betreft ook diagnostiek bij meervoudige problemen en bij mensen die vanwege hun beperkingen moeilijk te onderzoeken zijn.
Dit programma richt zich bijvoorbeeld op het ontwikkelen van state-of-the-art diagnostiek en onderzoeksmethodes, maar ook op onderzoek naar de meest effectieve diagnostiek ten behoeve van advies en revalidatie. In deze lijn is speciale aandacht voor aandoeningen zoals NAH, CVI en conversie.
We willen dat het diagnostisch proces zo optimaal mogelijk verloopt. Voor een deel van de mensen met een visuele beperking is diagnostisch onderzoek belastend of vanwege bijkomende beperkingen niet goed mogelijk. Dit programma richt zich ook op het verbeteren van de doelmatigheid van diagnostiek en het verminderen van de belastbaarheid. 
 

4. Ik krijg de juiste, professionele zorg

Voor passend onderwijs, zorg, ondersteuning, revalidatie en advies is niet alleen gespecialiseerde kennis en expertise van professionals vereist. Ook moet er onderzoek gedaan worden naar de effectiviteit van wat zij doen en is continue innovatie van interventies en methodieken nodig. In deze programmalijn is ruimte voor onderzoek dat evidence-based professioneel handelen bevordert, maar ook voor patient-centered care. Bestaande methoden onderbouwen en verbeteren, maar ook ruimte creëren om nieuwe, innovatieve methoden te ontwikkelen en te toetsen.
 

5. Technologie biedt mij kansen

Technologie is niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Eigenlijk is het zo vanzelfsprekend, dat technologie en digitale ontwikkelingen een plek zouden kunnen krijgen in elk van de bovenstaande programma’s. Technologie is bovendien een middel, geen doel op zich. Toch kan technologie ook een eigen dynamiek hebben in relatie tot de visuele beperking. Voor mensen met een visuele beperking kunnen technologische toepassingen bijdragen aan het verbeteren van hun mogelijkheden tot participatie, het versterken van hun autonomie en zelfregie of het toegankelijker maken van zijn of haar leefwereld.
Deze programmalijn richt zich niet alleen op het toepasbaar maken van technologie voor de doelgroep (design for all), maar ook op het tijdig inspelen op mogelijkheden die nieuwe ontwikkelingen bieden. Daarbij is specifiek ook aandacht voor het ontwikkelen en op peil houden van de professionele kennis en expertise die nodig zijn deze mogelijkheden te benutten.